- exposer
- exposer [ekspoozee]I 〈overgankelijk werkwoord〉1 uitstallen ⇒ tentoonstellen, vertonen2 〈+ à〉blootstellen (aan) ⇒ zetten (in), overleveren (aan)3 uiteenzetten ⇒ ontvouwen♦voorbeelden:1 exposer aux yeux du public • voor het publiek vertonenexposer en vente • te koop aanbieden2 endroit exposé • gevaarlijke plek 〈oorlog〉exposer un enfant • een kind te vondeling leggenexposer sa vie • zijn leven in de waagschaal stellencette vigne est bien exposée • deze wijngaard ligt gunstig 〈ten opzichte van de zon〉être exposé à • bloot staan aan, gevaar lopen temur exposé au nord • muur die op het noorden ligtexposé au vent • winderigexposer au soleil • in de zon zettenexposer qn. au péril • iemand in gevaar brengen¶ exposer une pellicule (à la lumière) • een film belichtenII s'exposer (à) 〈wederkerend werkwoord〉1 zich blootstellen (aan)♦voorbeelden:1 il a peur de s'exposer • hij durft geen risico's te nemenv1) tentoonstellen, vertonen2) blootstellen (aan)3) uiteenzetten
Dictionnaire français-néerlandais. 2013.